Blogse laat een steekje vallen
Na tien dagen al stopt het programma van blogse.nl ermee om reacties op een blog dat die leeftijd heeft bereikt, nog te signaleren onder "Laatste reacties".
Ik meld voor de belangstellende daarom hier in een apart blogje dat het blog van 5 augustus 2015, "Welk intellect heeft Spinoza in zijn attribuut-definitie op het oog?", gisteren en vandaag nog reacties kreeg.

Schilderij uit 1907, Spinoza wyklêty (geëxcommuniceerde Spinoza), van Samuel Hirszenberg (1865 – 1908) [cf. blog]


Reacties
Voor geïnteresseerden heb ik bij het blog van 5 aug. in een reactie in 16 regels de kern van mijn artikel over de attribuut-definitie en 'continuere' gegeven. Vanwege het belang ervan (zo ben ik ook wel) kopieer ik het op een toegankelijker plaats.
Inderdaad is 'tot stand brengen' de beste lezing/vertaling voor 'continuere'. Alle vertalingen/lezingen van 'continuere' die identiteit of gelijkheid impliceren (zoals 'uitmaken') leiden tot tegenspraak (alle, verschillende, attributen zijn hetzelfde wezen van de substantie, of de substantie heeft net zoveel essenties als er attributen zijn, enz.). Maar ook kun je niet zeggen dat een attribuut het wezen van een substantie tot stand brengt. Niet voor niets betrekt Spinoza het intellect erbij. Hij gebruikt 'continuere' alleen als hij het intellect er bij betrekt, zoals bijv. in 2/7s (Bennett merkte het al op). Als hij gewoon over de werkelijkheid spreekt zegt hij dat een attribuut het wezen van een substantie 'uitdrukt' ('exprimere'), o.a. in 1def6. Omdat een attribuut het wezen van een substantie uitdrukt, leert een verstand het wezen van een substantie kennen door waarneming van een attribuut, ofwel, waarneming van een attribuut brengt in of voor het verstand het wezen van een substantie tot stand. Daar is de definitie van attribuut en 'tot stand brengen' voor 'continuere'. Dat is de hoofdlijn van mijn artikel over de attribuut-definitie. Alle andere interpretaties lopen stuk, zoals Bennett al aangaf (waarop hijzelf met een onmogelijke oplossing komt)
henk keizer 17-08-2015 @ 16:32
Henk, goed dat je je samenvatting ook naar hier bracht, want ook ik was al enige tijd niet meer op het vorige blog gaan kijken, waar inmiddels nog enige reacties bijgekomen zijn, zag ik.
Je typte 4x continuere, maar het is duidelijk dat je constituere bedoelde (ik schrijf het voor deze zekerheid even op).
Stan Verdult 17-08-2015 @ 16:50
Wat stom, natuurlijk moet het overal 'constituere' zijn. Betekent het iets? Bedankt.
henk keizer 17-08-2015 @ 18:18
Ja, Henk, het betekent zeker iets. Maar als ik dan weer naar 1/def4 kijk,
Per attributum intelligo id quod intellectus de substantia percipit tanquam ejusdem essentiam constituens,
is het net zoals wanneer je naar de zon kijkt, dat beeld dat Spinoza graag gebruikte: je wéét dat ie heel ver weg staat, maar je ziet hem dichtbij - je wéét dat ie vele malen groter dan de aarde is, maar je ziet het omgekeerde, je wéét dat de aarde om de zon draait, maar je blijft de zon om de aarde zien draaien.
Zo is het ook met het 'constituens' in die definitie. Je wéét via jouw toelichting dat het moet betekenen: 'tot stand brengen van het idee van de essentie van de substantie in het verstand', maar je blijft het a.h.w. tóch zien als slaand op attributen die de essentie tot stand brengen. Ons gewone, zintuigelijke imaginaire zien blijft ons parten spelen, terwijl het intellect telkens weer actueel werk moet blijven verzetten. Dat is moeilijk gaf Spinoza toe.
Stan Verdult 17-08-2015 @ 18:39
Een mooi beeld en een mooie vergelijking Stan. Ik zou graag hebben dat de twee 'visies', die van de spontane visie die het 'constituere' betrekt op het attribuut en de andere die het betrekt op wat er gebeurt in het verstand, met elkaar in overeenstemming waren. Ik ken één mogelijke interpretatie die 'constituere' betrekt op het attribuut. Dan moet dit woord zoiets betekenen als 'vormgeven aan'. Het attribuut geeft vorm aan het wezen van de substantie (ook ergens door Bennett genoemd). Maar ik weet niet of dat een geaccepteerde betekenis van 'constituere' is. Daar tegen pleit dat Spinoza 'constituere' alleen gebruikt in betrekking tot het verstand. Waarom zou hij in 1/def6 niet zeggen dat elke attribuut het wezen van een essentie constitueert? Dat zegt hij niet. Daar zegt hij dat een attribuut het wezen van een essentie 'uitdrukt'. Het zou toch gemakkelijk zijn om op dezelfde bladzijde als de attribuut-definitie te zeggen "waarvan elk een eeuwige essentie constitueert"? Maar dat doet hij niet. Dat maakt dat ik het vooralsnog houd bij mijn 'ongemakkelijke' interpretatie, want ik kan geen betere bedenken.
henk keizer 17-08-2015 @ 20:36
Ik denk dat Spinoza het attribuut gedefinieerd heeft 'via het verstand' om daarna makkelijker te kunnen zeggen dat er in de werkelijkheid alleen substanties en hun aandoeningen zijn (1/4d). Hij schrijft:"buiten het verstand zijn er alleen substanties en hun aandoeningen (door de definities 3 en 5)". Daarmee lijkt hij te zeggen dat wat in definitie 4 staat, over het attribuut, zich afspeelt binnen het verstand.
Het wezen van een substantie kan niet tot stand worden gebracht door een attribuut omdat dit zou inhouden dat het attribuut in enige zin zou voorafgaan aan het wezen. Dus 'een attribuut is (maakt uit, vormt) het wezen van een substantie' en 'een attribuut brengt het wezen van een substantie voort' kunnen beide niet. Gevoegd bij wat 1/d4 lijkt te zeggen (def. 3 en 5 buiten het verstand, def. 4 binnen het verstand) lijkt er dan weinig anders over te blijven dan de uitleg die ik aan de definitie geef.
henk keizer 18-08-2015 @ 09:16
Dat substanties niet rechtsreeks, maar alleen via hun attributen kunnen worden waargenomen, was altijd al zo - al sinds Aristoteles. Substantie was altijd al een conclusie van het verstand uit de waargenomen attributen. Vandaar ook de veel voorkomende vereenzelviging van substantie en hun attribuut (ook bij Spinoza te vinden). Het nieuwe van Spinoza is dat hij in één definitie tegelijk het wezen (zeg de functie) van het attribuut én de rol van het verstand heeft willen opnemen. Uiteraard bestaan attributen niet apart, los van hun substantie; ze bestaan ook niet alleen maar in het verstand; de rol van het verstand is 'alleen maar' het begrijpen dat in het waarneembare attribuut de substantie zich toont. Als Spinoza in 1/4d stelt: "buiten het verstand zijn er alleen substanties en hun aandoeningen (door de definities 3 en 5)", heeft hij impliciet in 'substantie' 'attribuut' mee verstaan.
Riskant vind ik het dan ook om te veronderstellen: "Daarmee lijkt hij te zeggen dat wat in definitie 4 staat, over het attribuut, zich afspeelt binnen het verstand." Riskant, daar je dan maar zo op de subjectivistische uitleg kunt zitten, terwijl het bij Spinoza om een ontlogische stand van zaken gaat die we alleen epistemisch kunnen "waarnemen". Enfin, daar gaat jouw artikel ook over.
Stan Verdult 18-08-2015 @ 11:45
Henk,
Lodewijk Meijer (woordenschat) gebruikt stellen en het verstandelijk begrip ervan stelt dan het inhoudelijk bestaan voor als uitmakende het wezen eener substantie. De substantie definiëren en gelijk stellen aan de natuur als de enige bestaande werkelijkheid wordt daarmee een verstandelijk gegeven waarheid.
M.a.w. de gehele natuur wordt er door Spinoza verstandelijk mee begrepen ofwel geestelijk door denken gekenmerkt, en door ons verstand gedefinieerd als inhoudelijk of natuurwetmatige weergave van de werkelijkheid; zie verder het verschil met modi in alinea 3 en 4 van brief 12 die naar oppervlakkige lichamelijke eigenschappen kwantitatief kunnen worden onderscheiden.
De substantie met als materieel kenmerk (uitgebreidheid) bestaat dan natuurwetmatig tevens als complex lichaam oneindig. Ook dat kunnen we slechts met ons verstand vatten, dus ons niet alleen oppervlakkig voorstellen, zegt Spinoza in brief 12 tenslotte.
Uitmakende is hier dus inhoudelijk naar de KENmerkende oneindige aard van de Natuur of werkelijkheid bedoelt en de gehele Natuur kan dus slechts als verstandelijk noodwendig naar haar eigen oorzaak bestaan en daarom door ONS (menselijk) verstand niet anders dan als natuurwetmatige werkelijkheid worden gekend en dus naar natuurlijke oorzaken geordend worden begrepen.
De definities en grondwaarheden worden door Spinoza’s in zijn Ethica daarom in stellingen ter verklaring weergegeven. Niet tot stand gebracht maar worden verstandelijk door hem, gesteld, geaard, gegrond, inhoudelijk verklaard en bewezen; zie ook Lodewijk Meijer woordenschat over constitueren.
Bas Beekhuizen 19-08-2015 @ 03:39
Het vernieuwende is dus dat we dus dat we de werkelijkheid in wetenschappelijke zin moeten onderzoeken en niet eenvoudig kunnen kennen.
Spinoza maakte de mens zelf tot object van de Natuur tot iets dat verstandelijk tot zelfkennis in staat is. Dat was daarvoor voorbehouden aan de christelijke geopenbaarde godsdienst.
Zelfbewustzijn, of het weten dar de zaken anders in elkaar zitten dan wat de theologen, beweerden was niet gewoon maar een gevaarlijke eigenzinnige afwijkende eigenschap. Kant heeft dat verder prachtig vorm gegeven. Maar het probleem is dan wie geeft dat vorm? Wie of wat is wijs! Wijsbegeerte is dan geen metafysica meer!
Bas Beekhuizen 19-08-2015 @ 04:48