Spinoza in de joodse historiografie [3] Wissenschaft des Judentums
De joodse historiografie en de kritiek erop, dat wil zeggen: het nadenken erover en bijsturen ervan, begon in de context van de emancipatie der joden en met wat daarin al vroeg naar voren kwam als behoefte aan een Wissenschaft des Judentums, welke bijdroeg tot en daadwerkelijk onderdeel uitmaakte van de intern-joodse Reformbewegung in de 19e eeuw. Het begon – en dat was een voorfase van de eigenlijke Wissenschaft des Judentums - met de oprichting in 1819 van de Verein für Cultur und Wissenschaft der Juden door de Hegelleerling Eduard Gans en diverse medestanders. Dit gebeurde mede naar aanleiding van een artikel dat van de jonge Leopold Zunz in 1818 was verschenen: “Etwas über die rabbinische Literatur,” waarin hij voorstellen deed voor historisch onderzoek naar de joodse cultuur aan de hand van het overgeleverde literaire materiaal. Dat leidde tot de oprichting in 1819 te Berlijn van de Verein für Cultur und Wissenschaft der Juden.Onder de aanhangers werden geteld: Heinrich Heine, Leopold Zunz, Moses Moser en Michael Beer (de jongste broer van Meyerbeer). Het ging de beweging erom om de joden als volk, los van hun vooral religieuze traditie, te laten zien: het ging om het culturele en seculiere in de trant waarin onder meer Johann Gottfried Herder dat voor het Duitse volk ontwikkelde.
Het invloedrijke essay van Immanuel Wolf “Über den Begriff einer Wissenschaft des Judentums” uit 1822 in het Zeitschrift für die Wissenschaft des Judenthums bracht deze gedachten over: het was het openingsartikel en fungeerde als een soort beginselverklaring; het was ontstaan uit twee eerder gegeven toespraken. Er was een mix van doelen: apologetische, educatieve en politieke; maar de meest fundamentele was de bestudering van het jodendom, in verleden en heden, naar de maatstaven van de moderne Duitse wetenschap. De vereniging was echter slechts een kort leven beschoren, gezien de behoefte van vele joden om zich juist vooral als Duitser te profileren en zich met de Duitse cultuur te vereenzelvigen. Een flink aantal van de leidende figuren van de beweging bekeerden zich zelfs tot het christendom, zoals Gans en Heine.
Daar er niet genoeg lezers voor het blad gevonden konden worden, moest het na drie nummers al gestopt worden. Het tijdschrift kende dus maar één jaargang, 1822. Maar het was wel de wegbereider voor het Monatsschrift für Geschichte und Wissenschaft des Judentums dat in 1851 door Zacharias Frankel wird begonnen en dat het belangrijkste orgaan werd voor de Wissenschaft des Judentums.
Tot de belangrijkste instituties (die uiteraard buiten de universiteiten gevestigd werden, daar de joden daartoe nog geen toegang hadden):
• In 1872 werd de Hochschule für die Wissenschaft des Judentums in Berlin geopend, dat het vooral om het behoud, de verdere ontwikkeling en verbreiding van de Wissenschaft des Judentums ging. Tot de leden ervan behoorden Abraham Geiger, Ludwig Philippson en Salomon Neumann. Van 1883 tit 1922 en opnieuw van 1933 tot 1942 werd de instelling gedwongen de (duidelijk discriminerend bedoelde) naam te voeren: Lehranstalt für die Wissenschaft des Judentums.
• het Institut zur Förderung der israelitischen Literatur (1855–1873), opgericht door Ludwig Philippson, dat onder andere Heinrich Graetz’s Geschichte der Juden uitgaf alsmede de uitgever was van de Allgemeinen Zeitung des Judentums.
• de Gesellschaft zur Förderung der Wissenschaft des Judentums (1903-1938). Deze ondersteunde het doen drukken van wetenschappelijke werken, b.v. de Religion der Vernunft aus den Quellen des Judentums (1919) van Hermann Cohen. Vanaf het eerste jaar, 1903, werd de vereniging de drager van het Monatsschrift. [Over Cohen dit blog en dit blog)
Immanuel Wolf over Spinoza
Wolf suggereerde dat in de vroegmoderne wereld het joodse idee van eenheid het best begrepen was door Spinoza, zelfs hoewel deze filosoof het jodendom van zijn dagen verworpen had en geëxcommuniceerd was. Dat hij Spinoza als een groot vertegenwoordiger van het ‘zuivere’ jodendom kon zien, is de beste indicatie ervoor hoe voor Wolf de joodse geschiedenis in feite de geschiedenis van een idee was - een begrip dat niet per se te allen tijden hoefde te bestaan in het bewustzijn van het volk.
Voor hem had het jodendom juist een grote rol gespeeld in de voortgang van de zich ontwikkelende Geest en daar dat door zovele miljoenen joden wordt erkend, is er zijns inziens alle aanleiding voor een eigen tak van wetenschap. Het waren immers de joden die op een geheel eigen manier "hoeders van de idee van God" waren geweest en nog waren.
Toch hield het geïsoleerde en de unieke manier van leven van de joden in de Middeleeuwen deze innerlijke idee vaak verborgen. Pas bij Spinoza werd de fundamentele idee van jodendom van eenheid weer in al zijn zuiverheid geopenbaard. Eeuwen zijn tijd vooruit, stond hij dichter bij de geest van het jodendom dan de rabbijnen. Spinoza begreep het idee ervan voor de eerste keer ‘reinwissenschaftlich’.
In het tweede deel van zijn essay gaf Wolf de hoofdlijnen van hoe hij de juiste studie van het jodendom zag en aan welke wetenschappelijke criteria het diende te voldoen. Ook stelde hij een indeling in sub-disciplines voor, zoals filologie, geschiedenis en filosofie van het jodendom. Wat de periodisering van de geschiedenis betrof stelde hij voor die te verdelen naar die waarin het idee ervan optrad.
_________
Je kunt zeggen, dat al die wetenschappelijke activiteiten sinds Verein für Cultur und Wissenschaft der Juden een symptoom zijn van de identiteitsverwarring waarmee de moderniteit, de emancipatiestrijd voor volwaardig burgerdom en het opboksen tegen de weerstanden ertegen gepaard gingen. Traditionele joden die geen twijfel aan hun geloof en hun maatschappelijke positie hadden, wisten wie ze waren en hoefden daar geen wetenschappelijk onderzoek naar te verrichten. De groeiende wetenschappelijke kennis zal zeker tot grotere identiteitsvragen hebben geleid._________________
Bronnen
Wikipedia over Wissenschaft des Jundentums
Wikipedia over Hochschule für die Wissenschaft des Judentums
Michael A. Meyer: The origins of the modern Jew. Jewish identity and European culture in Germany, 1749-1824. Wayne State Univ Press, Detroit, 1967. Daarin een Engelse vertaling van Wolf's essay uit 1822 - books.google
Michael A. Meyer: Ideas of Jewish History. Wayne State University Press, Detroit, 1974 - books.google

