Spinoza en de werkelijkheid [3]
Kunnen we Spinoza’s God lezen als ‘de werkelijkheid’? Dat was de vraag en ik keek in het eerste blog eerst naar de herkomst van het woord via Meister Eckhart’s 'Wercelicheit', dat een vertaling was van actualiteit, actualitas. En in het blog erna naar hoe bij Eckhart de relatie lag tussen God en de werkelijkheid.
Er is ook nog het woord 'realitas' dat ook met 'werkelijkheid' wordt vertaald. Of er al dan niet verschil is tussen waar beide woorden voor staan, zal hopelijk nog blijken.
Ik keek ook eens hoe de Dikke Van Dale de betekenis van het woord werkelijkheid omschrijft. Als eerste betekenis wordt gegeven: 1. "wezenlijkheid, realiteit"; 2. "het wezenlijk-zijn of zo-zijn;" en 3. "dat wat werkelijk is." Wezenlijkheid?
Hoeveel mensen zullen zich bij die uitleg iets kunnen voorstellen? Ook die omschrijving geeft m.i. duidelijk aan dat de herkomst van het woord de filosofie is. Wel aardig is dan te zien dat mijn Van Dale [9e druk uit 1970] al in het begin van de toelichting laat lezen: "Spinoza zegt: "hoe meer volmaaktheid iets bezit, des te meer werkelijkheid bezit het." De Van Dale van 2005 heeft het lemma 'werkelijkheid' flink ingekort, maar geeft nog steeds deze zogenaamde bewering van Spinoza.
Ik zeg "zogenaamde" bewering van Spinoza, want er heeft een kleine 'vertekening' plaats gevonden. Stelling 9 van het eerste deel van de Ethica luidt:
"Quo plus realitatis aut esse unaquaeque res habet, eo plura attributa ipsi competunt.[1/9], Hoe meer werkelijkheid of zijn een ding heeft, hoe meer attributen komen eraan toe." [Vert. Krop]
'Realitas' is dus hetzelfde als 'zijn' (esse), immers Spinoza zet naast elkaar: realitas aut esse [zeg: entitas].
In het tweede deel van de Ethica komen we deze belangrijke definitie tegen:
"Per realitatem et perfectionem idem intelligo." [2/Def6] Onder 'werkelijkheid' en 'volmaaktheid' versta ik hetzelfde." [Vert. Krop]
Die zin in Van Dale is dus door iemand creatief samengesteld uit 1/9 en 2/Def6 en is daarmee niet onjuist, alleen niet precies genoeg.
Terecht zet Krop de gelijkgestelde woorden tussen aanhalingstekens. Dat doet Vermeulen ook, die in voetnoot toelicht: "Met deze gelijkstelling van 'realiteit' en 'volmaaktheid' maakt Spinoza duidelijk dat hij in tegenstelling tot de aristotelische traditie 'volmaaktheid' niet opvat in termen van de actualisering van een doel." Krop licht iets uitvoeriger toe: "Deze definitie waarin werkelijkheid en volmaaktheid worden geïdentificeerd, vormt de basis voor de kritiek in het voorwoord van boek IV op de notie van de volmaaktheid als ideaal of een norm 'achter' of 'boven' deze werkelijkheid: hoe meer de individuen van een bepaalde soort dit ideaal benaderen, hoe volmaakter ze zouden zijn. Aristoteles verbindt deze van oorsprong platoonse gedachte met zijn act-potentieleer. Hoe meer een individu zijn natuur verwerkelijkt, hoe beter het is. Weliswaar erkent Spinoza dat sommige dingen meer werkelijkheid bezitten dan andere, maar de gradatie in werkelijkheid (of werkelijkheden) is niet, zoals in de aristotelische traditie, het gevolg van een verschil in actualiteit."
Beiden gaan er in hun toelichting vanuit dat met 'actualitas' en 'realitas' hetzelfde wordt aangeduid: werkelijkheid. Mogelijk verwijst realitas (van res = ding) wellicht iets meer naar het dingmatige zijn, terwijl actualiteit mogelijk meer verwijst naar het werken, het dynamische, procesmatige aspect van de werkelijkheid. Ik zeg 'mogelijk', spreek slechts een veronderstelling uit.
Zonder dat hij er uitdrukkelijk naar verwijst past Spinoza stelling 1/9 toe in het bewijs van stelling 1/16 (hoe uit de goddelijke natuur oneindig veel op oneindig veel manier moet voortvloeien), waarbij hij er een nadere toelichting bij geeft:
"Haec propositio unicuique manifesta esse debet, si modo ad hoc attendat, quod ex data cujuscunque rei definitione plures proprietates intellectus concludit, quae revera ex eadem (hoc est ipsa rei essentia) necessario sequuntur, et eo plures, quo plus realitatis rei definitio exprimit, hoc est, quo plus realitatis rei definitae essentia involvit. ... [1/16Dem] Deze stelling moet voor iedereen zonneklaar zijn, mits hij erop let dat het verstand uit de gegeven definitie van ieder ding een aantal eigenschappen afleidt die inderdaad noodzakelijk uit die definitie (dat wil zeggen uit de essentie van het gedefinieerde) volgen; en des te meer eigenschappen naarmate de definitie meer realiteit uitdrukt, dat wil zeggen naarmate de essentie van het gedefinieerde meer realiteit inhoudt."
Ook hier verwijst realitas dus weer naar esse (essentie).
realiter - reales
Ex his apparet, quod, quamvis duo attributa realiter distincta concipiantur, hoc est unum sine ope alterius, non possumus tamen inde concludere ipsa duo entia sive duas diversas substantias constituere. 1/10s -
Quare hic apprime venit notandum, quam facile decipimur, quando universalia cum singularibus et entia rationis et abstracta cum realibus confundimus [2/49s] – Er moet hier daarom nadrukkelijk op het gemak gewezen worden waarmee wij ons vergissen als wij algemene en bijzondere begrippen door elkaar halen en zijnden van het denken of abstracte zaken met werkelijke dingen verwarren.
Sed notandum, cum dico »majorem vel minorem existendi vim quam antea«, me non intelligere, quod mens praesentem corporis constitutionem cum praeterita comparat; sed quod idea, quae affectus formam constituit, aliquid de corpore affirmat, quod plus minusve realitatis revera involvit quam antea [3/AffDefExpl] – Wel dient opgemerkt te worden dat met ‘een grotere of kleinere bestaanskracht dan voorheen’, niet bedoeld wordt dat de geest de huidige toestand van het lichaam met één uit het verleden vergelijkt, maar dat de idee die de vorm van de hartstocht uitmaakt, iets van het lichaam bevestigt dat in feite meer of minder werkelijkheid insluit dan voorheen.
verae seu reales concipiuntur [5/29Dem]
realitas of realiteit komt in de TTP niet voor.
Wel komen we in de vertaling 'werkelijkheid' tegen voor 'revera' [echt, in werkelijkheid]
Finis ergo Reipublicae revera libertas est - “Het doel van de politiek is dus in werkelijkheid de vrijheid” (Tractatus theologico-politicus 20 §6).
Dei voluntas, & Dei intellectus in se revera unum & idem sunt. Gods wil en Gods verstand zijn in werkelijkheid een en hetzelfde (TTP 4 §8)
Imaginibus vero non realibus, sed a sola imaginatione Prophetae dependentibus revelavit Deus Josepho Dominium sibi futurum – In niet-werkelijke beelden echter, die uitsluitend van de verbeelding van de profeet afhingen, heeft God aan Jozef zijn toekomstige machtspositie geopenbaard. (TTP 1 §15]
* * *
Veel uitvoeriger dan ik het hier doe heeft Giuseppina Totaro in "PERFECTIO E REALITAS NELL’OPERA DI SPINOZA" (1988), een studie gemaakt van hoevaak realitas en perfectio en hun afleidingen in het werk van Spinoza voorkomen.
En wel: realis (bijvoeglijk naamwoord, 55), realitas (zelfstandig naamwoord, 49) en realiter (bijwoord, 20) voorkomen in al Spinoza's werken(totaal 124), aldus over het hele werk verdeeld:
(Im)perfectio en realitas aldus in frequentie van voorkomen verdeeld:
|
|
|
|
329 |
124 |
Tav. 1 [cf. hier]
Ik geef dit louter als informatief overzicht om een beeld te hebben van hoe vaak deze termen bij Spinoza voorkomen. Om daar later bij mijn 'poging tot beantwoording van de vraag op terug te komen.

