León Dujovne (1898 - 1984) "Spinoza's systeem bezat de gebreken van zijn kwaliteiten"
Léon Dujovne was een joodse Argentijnse filosoof, advocaat en
schrijver. Ik had eerder al informatie over zijn vierdelige Spinoza-studie die
in de jaren 1941 – 1945 verscheen, m.n. in het blog
over het proefschrift van Miriam van Reijen die vele
pagina’s aan hem besteedde (zie onder); en in het blog "Hoe Ben Goerion voor Spinoza Spaans
leerde."
Dat was dus om Dujovne's Spinoza. Su vida. Su epoca. Su obra. Su influencia.
Onlangs stuitte ik op een PDF van LA BIBLIOTECA, revista undada por Paul
Groussac. ¿Existe la filosofia argentinia? N° 2-3 | invierno 2005. Daarin
o.a.:
“Spinoza, pasajes argentinos.” Por Diego Tatián
“León Dujovne: una lectura de Spinoza en clave judía.” Por Florencia Gómez. [PDF]
Dat wilde ik melden en vond ik tevens aanleiding om een apart blog aan Dujovne te wijden. Ik kon daartoe mijn informatie ontlenen aan het boek van Van Reijen, maar besloot een stukje te vertalen dat Dalila Dujove voor het Bulletin de Bibliographie Spinoziste over haar vader schreef. Hier volgt die tekst; cursief het inleidende stukje van de redactie van dat Bulletin:
León Dujovne
Het boek van Dujovne over Spinoza,
gepubliceerd in Buenos Aires van 1941 tot 1945, is zeer moeilijk te vinden in
Europa. Toch is het een van de grote boeken van de Spinoza-receptie in de
twintigste eeuw. Met de titel Spinoza. Su vida, su época, su obra, su influencia,
is het de eerste vierdelige synthese in het Spaans over Spinoza, zijn systeem
en zijn plaats in de ideeëngeschiedenis. Geschreven op een moment dat de
Spaanstalige wereld nog gesloten was voor deze problematiek (de eerste grote
werken dateren uit de jaren zestig), ondervond het niet de weerklank die het
verdiende. Een recensie werd eraan gewijd door Milano Dominguez, veertig jaar
later, in het 1e nummer van Studia spinozana (1985, pp. 461.467).
Mevrouw Dalila Dujovne was zo vriendelijk ons het volgende bericht over haar
vader toe te vertrouwen:
León Dujovne, geboren in Kamenev Podolski (Oekraïne), kwam in Argentinië aan in 1900 op de leeftijd van één jaar. Zijn ouders die het zeer arm hadden, besloten te emigreren naar de joodse kolonies die door Baron Hirsch in de provincie Entre Ríos waren opgericht. Léon was de vierde van negen kinderen.
Op de leeftijd van elf werd hij toegelaten tot de middelbare school Concepción de Uruguay, ook in Entre Ríos. Daarna kwam het universitaire leven in Buenos Aires. Er volgden studies filosofie en hij behaalde de prijs Octavia Carlos Bunge voor zijn proefschrift De filosofie en de wetenschappelijke theorieën. Professor de Broglie, van de Sorbonne, maakte deel uit van de jury. Bovendien begon hij zijn studie geneeskunde, maar daarmee stopte hij na vijf jaar - hij wilde een psychiater te worden - maar behaalde het diploma van advocaat, dat beroep hield hij zijn hele leven. Ondertussen leerde hij zichzelf Engels en Duits, en zo werd hij de vertaler van Ik en Gij en van Godsverduistering van Martin Buber.
In 1948 was hij een kandidaat voor de Eerste Nationale Prijs van de filosofie met zijn boek over Spinoza. Twee dagen voor de bevindingen van de jury openbaar zouden worden gemaakt, benoemde Peron een andere jury - zei dat hij niet wilde dat een Jood de winnaar werd van deze prijs. Die ontving uiteindelijk pater Derisi, een vrij reactionaire Peronistische priester. Maar Dujovne mocht graag vertellen dat deze affaire hem de vriendschap opleverde van Borges, een van de gecensureerde juryleden.
In 1960 won Dujovne uiteindelijk toch de Eerste Nationale Prijs met zijn Filosofía de la Historia y Teoría de los valores. In datzelfde jaar, tijdens het verblijf van Generaal De Gaulle in Argentinië, werd hij bekroond met de Academische Palmen.
Hij schreef ook La Filosoffa de la Historia de Nietzsche a Toynbee; La Filosofia del Derecho; Psicología y Filosofía de la persona (Freud, Jung, Adler); Thomas Mann, su vida y su obra; La Filosofía de la Historia en la Antigüedad y en la Edad Media; een klein werkje over Martin Buber en honderden artikelen in de krant La Nación van Buenos Aires, in het bijzonder een serie van zes artikelen over het werk van Toynbee.
Hij was hoogleraar aan de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de Universiteit van Buenos Aires en was een genereus man, die van het onderwijs hield.
Toen de Revolución Libertadora die het Peronistische regime in 1955 omver wierp bood men hem de post van ambassadeur in Nederland; hij weigerde, zeggend dat hij er de voorkeur aan gaf een student aan een ambassade te zijn. Hij stond dichtbij Frankrijk en het socialisme, was voor volledige verzekering, maar ook voor respect voor de eenvoudigen, hij was een groot spreker en - moeten we hieraan toevoegen - een buitengewone vader.
Dalila DUJOVNE
Origineel In: BULLETIN DE BIBLIOGRAPHIE SPINOZISTE XVIII. In: Archives de Philosophie, Vol. 59, No. 4 (OCTOBRE-DÉCEMBRE 1996), pp. 4-5
Daar ik – o.a. uit Het Argentijnse gezicht van Spinoza - de indruk krijg dat het derde deel, over het werk zelf van Spinoza, wellicht het belangrijkste is, neem ik hier de recensie over die ene P.R. schreef in The Journal of Philosophy, Vol. 41, No. 25 (Dec. 7, 1944), pp. 698-699
Spinoza. Su vida. Su epoca. Su obra. Su influencia. Tomo III: La obra de Baruj Spinoza. LEON DUJOVNE. Buenos Aires: Instituto de Filosofia. 1943. 325 pp. $8 m/arg.
Leon Dujovne has conceived a series of four volumes on Spinoza. The firstt wo, previously reviewed in this JOURNAL, dealt respectively with his life and intellectual formation. The present or third volume offers a complete and faithful exposition along with a critical appraisal of Spinoza's theories. The coming or last volume is to concern itself with his influence.
The author throughout stresses the Spinozist vision of the "essential unity of all things," but at the same time points to the difficulties which beset the genial philosopher from Amsterdam in translating his irreplaceable vision into words. Some of the "most conspicuous deficiencies" of Spinoza’s system are:
(1) In methodology, Spinoza believes that there is only one way of attaining knowledge, namely, by the self-evidence of reason. However, this "unity of method" is contradicted by the "duality" of reason and intuition in Spinoza's thought, so much so that some interpreters call his position rationalistic while others call it mystical.
(2) In metaphysics, which for Spinoza coincides with theology, his view of the divine has a "double sense," for in the first part of Ethics he is thinking of an impersonal God but in the fifth part of a personal one. Moreover, if substance is characterized by an infinite number of attributes, what specifically are they other than matter and mind? Finally, his thesis of the "absolute parallelism of the attributes" fluctuates from a realist to an idealist interpretation, depending on whether matter or mind is made primary.
(3) In cosmology, Spinoza is faced with the logical problem of the one versus the many, for he is deeply convinced that reality is fundamentally one thing and yet includes many things. And in accordance with his ideas on attributes and modes, to everything physical there should correspond something spiritual. Do "inert" bodies, then, have "their" souls? An affirmative answer would lead to panpsychism. Nevertheless, some passages of the Spinozist work give the impression that only animals have sensibility and only man possesses reason.
Mr. Dujovne in a convincing and masterly fashion concludes that Spinoza's system has the defects of its qualities. No matter how objectionable these may be in the light of reflective thinking, one can not deny that the contradictions manifest in his philosophy can be shown to be apparent and hence be explained away by a careful consideration of his primary aim, which is, in effect, " to unify religion and science." In other words, if science and religion are inseparable, then there is no ultimate incompatibility between reason and intuition, Nature and God, determinism and freedom, etc. The double aspect of things saves Spinoza’s philosophy from the charge of duplicity and perpetuates its greatness.
P. R.
_______________
Leonardo Senkman schreef het Lemma Dujovne, Léon (1899-1983) In: Encyclopedia of Modern Jewish Culture. Routledge, 2004 books.google, die geeft verkeerde levensdata.
Atilano Dominguez, ‘The forgotten book; León Dujovne, Spinoza, su vida, su poca, su obra, su influencia, 1941-1945’. Studia Spinozana 1(1985), 462-469.
Florencia Gómez, ‘León Dujovne; una lectura de Spinoza en clave judía’. In La Biblioteca 2-3(2005), 216-224. [PDF]
Miriam van Reijen: Het Argentijnse gezicht van Spinoza. Passies en politiek. Klement, Kampen, 2010; over Léon Dujovne blz. 198-209 [PDF]
León Dujovne, LA FILOSOFÍA DE LA HISTORIA EN SARMIENTO, publicación póstuma, en homenaje al 20o aniversario de su fallecimiento. Prólogo de Félix Gustavo Schuster y nota biográfica detallada de Celina A. Lértora Mendoza. Buenos Aires: Universidad Nacional de Buenos Aires, Facultad de Filosofía y Letras, 2005. Daarin Esbozo biográfico [biografische schets], Maestros, lecturas e influencias & Bbliografía de León Dujovne [PDF]
Er wordt flink geld voor zijn boeken gevraagd [cf.]. Voor €1000 worden de vier delen samen nog steeds
aangeboden door een Franse antiquaar [cf.], wat Miriam van Reijen in haar boek vijf jaar geleden
ook al meldde.
Eerste portret van de cover van Léon Dujovne, Psicologia Y Filosofia de la Persona; een heruitgave van dit werk uit 1946 [cf.], tweede van en.wikipedia (uitsnede).


Reacties
Mooi, Stan dat je dit stuk Spinoza-literatuur nog eens evenwichtig hebt opgehaald. Mijn eerste kennismaking met Dujovne kreeg ik via Atilano Domingues' review in ONS nieuwe periodiek STUADIA SPINOZANA, 1985 en was door mij aangenomen!
Wim Klever 20-08-2015 @ 21:32
Dertig jaar is dat alweer geleden, Wim, dat jij en Manfred Walter e.a. met dat tijdschrift begonnen. Van dat Studia Spinozana wordt helemaal niets meer vernomen, jammer genoeg. Van een herstart, waar je me vier jaar geleden over tipte, is het ook niet meer gekomen. Er bestaat dus al jarenlang geen internationaal wetenschappelijk Spinoza-tijdschrift meer. Een schande is het!
Stan Verdult 20-08-2015 @ 22:33