Jorge Luis Borges' Spinoza-gedichten -

Jorge Luis Borges.De Argentijnse dichter, essayist, filosoof en proza schrijver, hoogleraar literatuur aan de universiteit van Buenos Aires, hoofd van de nationale bibliotheek en voorzitter van de Sociedad Argentina de Escritores, Jorge Luis Borges (1899-1986) schreef in 1964 een gedicht over de door hem bewonderde filosoof: Spinoza.

Ik had hierover al eerder dit blog, met het Spaanse gedicht en een Engelse vertaling. Ik wist al lang dat Barber van de Pol vijfentwintig jaar geleden een mooie Nederlandse vertaling in De Revisor had. Vandaag kreeg ik dat te pakken en plaats het hieronder.

[Aanvulling 25 augustus 2012]
Heden plaats ik hier ook het tweede gedicht, Baruch Spinoza, dat Borges in 1977 schreef op verzoek van het Joods Museum van Buenos Aires ter gelegenheid van de herdenking van de 300e herdenking van dood van Spinoza. Mét de vertaling van Robert Lemm.

Zie ook het blog met vertalingen van de gedichten door Paul Claes.

Spinoza

 

Las traslúcidas manos del judío
Labran en la penumbra los cristales
Y la tarde que muere es miedo y frío.
(Las tardes a las tardes son iguales.)
Las manos y el espacio de jacinto
Que palidece en el confín del Ghetto
Casi no existen para el hombre quieto
Que está soñando un claro laberinto.
No lo turba la fama, ese reflejo
De sueños en el sueño de otro espejo,
Ni el temeroso amor de las doncellas.
Libre de la metáfora y del mito
Labra un arduo cristal: el infinito
Mapa de Aquél que es todas Sus estrellas.

 

Jorge Luis Borges,
Uit: El otro, el mismo (1964)

 

 

Spinoza

 

De doorschijnende handen van de jood
Bewerken in de schemer de kristallen
En de middag, angst en koude, gaat dood.
(Eén middag is het evenbeeld van alle.)
De handen en de ruimte van een paarse tint
Die allengs verbleekt binnen de ghetto-grens
Bestaan ternauwernood voor deze kalme mens
Die droomt van doorzichtig labyrint.
Zijn roem, weerschijn van dromen in de droom
Van een andere spiegel, geeft hem geen schroom
Terwijl de gloed der deernen geen beletsel is.
Vrij van metafoor, van mythe, bewerkt de
Mens een harde kristal: de onbeperkte
Plattegrond van Hem die al Zijn sterren is.

 

Vertaling: Barber van de Pol
[in De Revisor, 1984 nr 1, p 49]

 

 

Baruch Spinoza

 

Bruma de oro, el Occidente alumbra
la ventana. El asiduo manuscrito
aguarda, ya cargado de infinito.
Alguien construye a Dios en la penumbra.
Un hombre engendra a Dios. Es un judío
de tristes ojos y de piel cetrina;
lo lleva el tiempo como lleva el río
una hoja en el agua que declina.
No importa. El hechicero insiste y labra
a Dios con geometría delicada;
desde su enfermedad, desde su nada,

sigue erigiendo a Dios con la palabra.
El más pródigo amor le fue otorgado,
el amor que no espera ser amado.

Jorge Luis Borges (1977)

 

 

Baruch Spinoza

 

Waas van goud; de zinkende zon verlicht
Het raam. Het gestadige manuscript
Wacht, al geladen met oneindigheid
In het clair-obscur bouwt iemand God.
Een mens verwekt God. Het is een Jood
Met droeve ogen en een vale huid;
De tijd neemt hem mee zoals de stroom
Een blad meeneemt op het water dat glooit.
Wat maakt het uit. De tovenaar volhardt
En houwt God met meetkundige precisie.
Vanuit zijn ziekte, vanuit zijn niets,
Gaat hij door God te bouwen met het woord.
Hem viel de rijkelijkste liefde toe,
De liefde die geen wederliefde hoeft.

 

Vert. Robert Lemm

 

In: Jorge Luis Borges, Gedichten, Keuze, nawoord, vertaling en noten Robert Lemm, Uitgeverij de Bezige Bij, Amsterdam, 1984, blz.138-139