De SKL recenseerde Wim Klever's "Hoe men wijs wordt"
Gisterenavond bespraken wij bij de opening van het nieuwe seizoen van de Spinoza Kring Limburg het artikel van Wim Klever, "Hoe men wijs wordt. Een gespannen doch vruchtbare relatie tussen Spinoza en Bouwmeester in het licht van een nieuw document" [In: De zeventiende eeuw. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief. Uitg. Verloren, jrg. 21 (2005) nr 2, p. 335 – 353 - te vinden bij de DBNL]Op een enkeling na die niet aan lezen toegekomen was, gaf iedereen zijn reactie op het artikel. Het leverde een boeiende discussie op in verband met beweringen die Klever in het artikel doet en de vraagstellingen die het opwerpt. Ik geef daarvan in dit blog een impressie en selectie.
Eerst even waar in hoofdlijnen het artikel over gaat. In het kader van een aantal historische gegevens als de briefwisseling tussen Spinoza met Johan Bouwmeester en diens vraag naar of er een methode is om tot kennis van de hoogste dingen (God) te komen, het verslag van de Duitse geleerde reiziger Dr. Hallmann van diens ontmoeting met de zoon en opvolger van Jan Rieuwertsz waarbij een anoniem manuscript besproken werd dat zou gaan over de afwezigheid van nut van methode dat Klever toeschrijft aan Franciscus van den Enden, de vertaling door Bouwmeester voor Nil Volentibus Arduum van het verhaal van Ibn Tufayl over Hayy ibn Yaqzan, een jongetje dat als baby aanspoelt op een eiland en dat zonder boeken of traditie louter uit eigen onderzoek van z'n ervaringen ontdekkingen doet en kennis van de hoogste dingen bereikt, allemaal gegevens die moeten bijdragen tot de meer inhoudelijke systematische betooglijn: Bouwmeesters vraag of er een methode bestaat om tot verheven ideeën als God te komen of dat die niet veeleer ontstaan gedurende de toevallige ervaringen in de loop van het leven, hetgeen Klever leest als een aanbeveling om het zó te zien, waarna hij betoogt dat waar Spinoza in zijn antwoord nog op een methode wijst, hij bij de verdere ontwikkeling van zijn Ethica het bestaan van een methode om tot hoogste kennis en wijsheid te komen afwijst en laat zien hoe die deterministisch oorzakelijk automatisch ontstaat op basis van onze ervaringen.
De bespreking
Er was bij de eerste deelnemer die z'n oordeel gaf begrip voor het thema dat er voor wijsheid geen methode bestaat. Hij zag het meer thuishoren in het creatief proces; ook dat is niet zozeer 'werk' maar meer een 'gave' - iets wat overkomt aan degene die ervoor openstaat. Creatief resultaat of wijsheid valt ons toe - via het fortuin. Deze spreker zag wel iets in de benadering van Bouwmeester, maar zoals hij die invulde ("ervaren en nadenken over wat je ervaart") stak toch iets meer ook eigen activiteit, zodat je niet kunt zeggen dat hij het eens was met Klevers stelling dat iedereen automatisch wijs wordt.
De volgende 'recensent' vond het artikel 'warrig' vooral door het wijdlopig dooreen lopen van de historische en discursieve elementen die het moeilijk maakten om te achterhalen wat de auteur precies bedoelde. Spreker haalde er het boek van Maxime Rovere bij, Spinoza. Méthodes pour exister, dat in elk hoofdstuk over een methode gaat: om God te leren kennen, om gelukkig te worden etc., allerlei spirituele oefeningen geeft: Spinoza daar uitgelegd als één en al methode [zie inhoudsopgave in dit blog]. Hij verwees later naar een blog, waarin Klever zijn mening gaf over dat boek. Volgens spreker moet het niet als een of-of-kwestie worden gebracht, want allebei is nodig: zowel ervaring als een redelijke methode van systematisch nadenken. Er is bij het verkennen van de werkelijkheid wél en geen methode, precies als bij de meetkunde, de geometrische methode om de werkelijkheid te méten. Ook daarbij kun je niet zeggen dat je reële problemen systematisch methodisch oplost m.b.v. hetgeen Euclides aan instrumenten aanreikt: je kunt er systematisch mee werken maar moet dat wel doen op een creatieve manier, vanuit eigen inspanningen om te bedenken welke stelling je bij welke andere samenvoegt om déze kwestie op te lossen - je moet a.h.w. kiezen uit de gereedschapskist met instrumenten. Er is methode en er is tegelijk geen methode: je moet selectief, creatief, intuïtief, kortom, zelf actief zijn, zodat de uitkomsten wel en niet vooraf gedetermineerd zijn.
Hier ontspon zich enige discussie of Spinoza zijn geometrische aanpak (zijn didactische brengen van zijn systeem) aanbeval als tevens methode van ontdekken. Zelf kan hij uiteraard zijn kennis niet hebben opgedaan op de wijze waarop hij die systematiseert en overdraagt. Waar nog de moeilijkheid bijkomt dat hij met woorden wil doen wat in de meetkunde met eenheden als punten, lijnen en vlakken en getallen geschiedt.
Een volgende vond het artikel helemaal indruisen tegen hoe hij Spinoza begrijpt. De 'fysiologie' van onze kennis zoals Klever die ziet, ervaart hij niet als van Spinoza. Spinoza is wantrouwig tegenover alleen ervaring. Hem gaat het om rationeel omgaan met ervaringen.
Een volgende 'reviewer' was verbaasd erover dat Bouwmeester Spinoza verweet dat hij niet goed bezig was. Spinoza zette de ene stap na de andere en dat is denken! Hij zag dat mensen geluk willen en ging op zoek naar hoe dat te bereiken is (dat begon hij te doen in de TIE en zette hij in de Ethica op een andere wijze voort). In die TIE is ook de metafoor te vinden van verbetering van het denken, zoals de mensen geavanceerder gereedschap ontwikkelden uit primitieve gereedschappen. Spreker had de indruk dat Klever Spinoza nu teveel achter Bouwmeester schaarde.
De volgende ziet de methode zitten in het leven zelf. Met intuïtie moet je dingen leren inzien - je ziet het of je ziet het niet, net als bij Euclides. Deze beoordelaar vond dat het artikel teveel zijpaden bewandelt en is van mening dat de samenvatting (het abstract) niet echt de inhoud weergeeft - daarin houdt Klever z.i. meer slagen om de arm. Spreker geeft Klever een beetje gelijk en een beetje ongelijk. Gelijk heeft hij dat het "kunnen veralgemeniseren" een wezenlijk trek van leren uit ervaring betreft, zodat we steeds bredere kennis kunnen opdoen. Maar ongelijk heeft hij in het weer veralgemeniseren daarvan tot een automatisch proces dat voor ieder a.h.w. gelijk loopt, zodat er voor eigen inbreng en aanpak geen enkel oog is. Nieuwsgierig zijn is actief met je omgeving omgaan. Creatief zijn is: juist uit een systeem stappen en iets op een andere manier zien. In staat zijn om naar een andere betekenis over te gaan. De betekenisverschuiving bijvoorbeeld van de tweede naar de derde kennissoort, van de algemene naar de bijzondere kennis, is als intuïtie uiteraard weer iets wat je overkomt, maar daaraan gaat wel eigen inspanning aan vooraf. Kortom, Klever gaat net weer iets te ver in zijn interpretatie van alles te zien als gedetermineerd naturalistisch mechanisme.
Hoewel die kritiek niet expliciet door Klever wordt geuit, kan het artikel gezien worden als een kritiek op Herman De Dijns boek The way to wisdom, dat vooral over de onafgemaakte TIE gaat waarin Spinoza op zoek gaat naar een methode om tot het 'hoogste goed' te komen en waarin de auteur wél Spinoza's aanbevelingen (remedies uit de Ethica) weergeeft als methode of 'weg' naar wijsheid. Klever zet daar dus tegenover dat Spinoza zo'n methode niet geeft. Hij is van mening dat zoiets ook in het geheel niet zou passen bij een auteur die de werkelijkheid als geheel naturalistisch en deterministisch ziet.
Dit leverde een aantal kritiekpunten op dat Klever de neiging heeft Spinoza nogal aan zijn beeld van Spinoza's filosofie aan te passen: waar Spinoza mogelijk minder deterministisch/naturalistisch is en ook een eigen rol weggelegd ziet voor de handelenden. Niet uiteraard vanuit willekeur ('vrije wil'), maar wel met eigen actieve inzet van mogelijkheden die men heeft. Zo gaat Klever voorbij aan de bewoording van Spinoza zelf, waar deze in 5/14 spreekt van: "De geest kan alle aandoeningen van het lichaam [..] met de idee van God in verband brengen" [Mens efficere potest...], hetgeen Klever leest als een stelling dat dit bij ieder vanzelf gebeurt. Hier dwingt hij Spinoza in een jas die maakt dat hij met zijn aanbevelingen van het oefenen van remedies, met het inzetten van een 'modelmensbeeld' (exemplar humanae naturae) en met zijn slotwoorden over de via perardua (de moeilijk begaanbare weg) een beetje voor aap komt te staan.
Klever heeft een enigszins drammerige aanpak van betogen. Het aantal malen dat de term 'vanzelf' voorkomt in het stuk moet de lezer kennelijk voorbereiden op een automatisch verlopend proces.
Nog een plaats waar Klever Spinoza dingen laat zeggen die hij uitdrukkelijk niet zegt en zelfs het tegendeel zegt, vinden we ergens in de eerste helft van het artikel (p. 341) in de bewering: "Per saldo gaat ook volgens Spinoza onze godskennis terug op en komt zij voort uit ‘onze toevallige ontmoetingen met uitwendige dingen’ (ex rerum nempe fortuito occursu)." Wie vervolgens gaat kijken wat Spinoza in 2/29s zegt, leest dat deze passage voorkomt in een tekst waarin Spinoza precies het omgekeerde stelt: "De idee van elke willekeurige inwerking op het menselijk lichaam sluit geen adequate kennis van de menselijke geest in," zo luidt stelling 2/19 [vertaling Corinna Vermeulen], hetgeen in het scholium nog eens wordt herhaald: "Ik zeg uitdrukkelijk dat de geest geen adequate, maar alleen verwarde kennis heeft van zichzelf, zijn lichaam en externe lichamen, telkens wanneer hij dingen opmerkt op grond van de gewone orde van de natuur; dat wil zeggen, telkens wanneer hij extern, op grond van het zich toevallig voordoen van dingen [ex rerum nempe fortuito occursu], wordt bepaald om dit of dat op te merken..." etc. Dit is helemaal consistent met Spinoza's geuite kritiek op de foute en visie op wat hij als de juiste ordo philosophandi vindt. Zoals Klever deze tekst brengt is op de wijze van "kreatief met kurk" manipulerend knutselen met Spinoza's tekst in de richting van een gewenste uitkomst.
Men voelt zich bij de SKL een beetje bedrogen en op het verkeerde been gezet, maar ervaart het artikel tóch ook als interessant, daar het én boeiend historisch materiaal biedt én door z'n prikkelende en erg stellige mening, aanleiding geeft tot discussie zoals we die hadden. De SKL had zo een boeiende avond met het samen 'recenseren' van dit artikel.
* * *
Enige eerdere blogs over dit onderwerp
20-11-2009 Hoe men volgens Klevers Spinoza-interpretatie vanzelf wijs zou worden
30-11-2009 Een verklaring over hoe men spinozistisch wijs kan worden
18-12-2011 De Spinozistische mens hoeft niet voor 100% reactie te zijn


Reacties
Sta, ik meen dat wij regelmatig bijeenkomen in ZuidLimburg onder de naam SpinozaKringLimburg (SKL) en niet zoals je in dit blog schrijft in kopje en afronding als SLK. Ik zie dat als een typefout en ga daar graag aan voorbij om je vervolgens mijn complimenten te maken voor je verslag van onze bijeenkomst gisteravond. Mijn petje af voor jouw weergave van het kringgesprek waarin je er volgens mij in slaagt veel (zo niet alle) van onze bijdragen aan te stippen. Het doet mij natuurlijk deugd dat meerzinnige begrippen als creativiteit - activiteit en actie (naast andere) de rode draden vormen die ons gesprek struktuur gaven. Aangezien we het over (de) methode hadden wil ik de kans grijpen hier nog eens een slogan van een oude "schooljuf" van mij te debiteren: - De methode dat ben jij!- Groet, ArisZ
aris zeilstra 10-09-2013 @ 14:33
Dank, Aris, voor je compliment. De verwarrende typefout heb ik verbeterd.
Groet terug - ook aan je oude schooljuf.
Stan Verdult 10-09-2013 @ 18:48
Min of meer uit erkentelijkheid dat jelui daar in Maastricht bereid waren zo veel aandacht aan mijn artikel te schenken, wil ik hier antwoorden met een paar opmerkingen. Ik zeg er uitdrukkelijk bij dat ik niet op alles reageer wat aan bod kwam, omdat niet al het gezegde even dicht bij de lijn van mijn betoog stond.
Allereerst dank aan Stan voor zijn inleiding over de hoofdzaken. Adequaat!
Ten tweede schijnt er weinig gesproken te zijn over de opmerkelijke filosofische rol die Bouwmeester speelde in de aanhangige kwestie en mijn hypothese daaromtrent. OK, dat is primair een historische kwestie, waar 'leken' in de Spinozakunde niet in eerste instantie in geïnteresseerd zijn. Begrijpelijk. Voor mij echter (als historicus van het Spinozisme) was die rol een zaak van hoogst belang, een nieuw element in de geschiedschrijving.
Verder schijnt iemand uwer te hebben gesteld dat ik Spinoza precies het omgekeerde laat zeggen van wat hij schrijft en haalt daarvoor "ex rerum nempe foetuito occursu" aan. Deze woorden slaan op wat ons aan AFFECTIONES overkomt - inderdaad allemaal inadequate ideeën ofwel imaginationes - maar vervolgens (zie kapitale laatste zin van 2/29s) ontkomt onze (tot dan verwarde) ziel er niet aan, ja is zij daartoe genoodzaakt (DETERMINATUR) ) om overeenkomsten, verschillen en tegenstellingen te AANSCHOUWEN. En daarmee is onze ratio tot stand gekomen (nog niet de intuitio) zonder dat wij ons aan een methode moesten of hoefden te houden.
Een ander lid (of dezelfde?) bleef haper op 5/14: MENS EFFICERE POTEST en lijkt daarbij aan te nemen dat er bij Spinoza sprake zou kunnen zijn van een potentia die niet tot verwerkelijking leidt, een theoretische of ongerealiseerde blote mogelijkheid. Hem of haar raad ik aan om eens Rovere's EXISTENCE, sectie "Critique d'une puissance au delà de l'acte" te lezen (en verder het hele boek) waarin meesterlijk de 'spinozistische re olutie' wordt beschreven.
Rovere werd door iemand tegen mij in het geweer gebracht. Ik wil dat gaarne pareren door uit pagina 341 te citeren: "Nous sommes tous sauvés, mais seulement plus ou moins". In een noot op die pagina licht hij, onder verwijzing naar 2/47, toe, " que Spinoza met sans doute l'intuition possible à
la portée de toute le monde" en keert hij zich heftig tegen het 'élitisme intellextuel'. Ik sluit mij daarbij aan en meen de argumentatie nog strikter te hebben gemaakt.
Ten slotte moge ik nog wijzen dat Spinoza een eerste klas empiristische filosoof is, die het menselijk kennen uitsluitend op de ervaring baseert, anders dan een uwer beweert. De Engelse empiristen, Locke en Hume vooral, waren zeer onder de indruk van Ethica 2 en hebben 2/29s zonder meer overgenomen, resp. in ESSAY en TREATISE. Maar ook in ons land werd dit als een scharnier van wetenschappelijke kennistheorie gezien. Boerhaave heb ik al aangehaald in een reactie, ik voeg er Duijjkerius, HET LEVEN VAN PHILOPATER EN VERVOLG ERVAN (1691/1697) nu aan toe.
Wim Klever 10-09-2013 @ 22:36
Wim, je draait. Je had nooit mogen schrijven (en moet dat nu niet met oneigenlijke omleidingen verdedigen): "Per saldo gaat ook volgens Spinoza onze godskennis terug op en komt zij voort uit ‘onze toevallige ontmoetingen met uitwendige dingen’ (ex rerum nempe fortuito occursu)." Dat beweer jij (met oneigenlijk gebruik van Spinoza's woorden), maar dat zegt Spinoza nergens.
Ik weet echter dat je dat nooit zult toegeven.
Stan Verdult 10-09-2013 @ 23:30
Wat is volgens jou dan het grillige en confuse materiaal (ex rerum fortuito occursu) waaruit automatisch de adequate ideeën oprijzen omdat overeenkomsten, verschillen en tegenstellingen wel MOETEN worden aanschouwd, AANGEZIEN het ongeregelde zooitje wel degelijk reeds inadequaat gekend is? Blijf maar stug volhouden dat jij zelf de producent van je eigen hogere kennis en je geluk bent. Maar dat heeft met Spinoza niets meer te maken.
Wim Klever 11-09-2013 @ 10:08
Wat zeker niets met Spinoza te maken heeft, is zijn opvatting over de orde van het filosoferen die hij in 2/10s geeft, negeren en niet serieus nemen. ... et res, quae sensuum objecta vocantur [ex rerum nempe fortuito occursu], omnibus priores esse crediderunt... Je haalt de goddelijke natuur niet (of slechts verward) uit de beschouwing van de dingen, als je niet al eerder beseft dat die qua kennis en qua natuur aan alles voorafgaat.
Je hebt echt te weinig materiaal, Wim, om te kunnen bewijzen dat Spinoza op deze overtuiging terugkomt. Als je van je betoog aftrek wat niets met Spinoza zelf te maken heeft (het verhaal over de ontmoeting van Hallmann met Rieuwertsz; dat over Hayy ibn Yaqzan; dat over Olaus Borch; over Philedonius) houd je alleen over het mechanisme van de werking van de rede waarmee we algemene eigenschappen leren kennen. Dat dan daaruit tenslotte in 5/14 AUTOMATISCH de idee van God ONTSTAAT is jouw lezing of interpretatie. De uiterst smalle basis voor je betoog is alleen die lezing, waaraan jouw voorafgaande overtuiging ten grondslag ligt dat Spinoza door en door determinist is bij wie alles door uitwendige oorzaken ontstaat. Maar hij erkent ook inwendige conatieve veroorzaking. Hij heeft niet voor niets benadrukt dat ons wezen, onze natuur, onze conatus of macht niet uit de uitwendige veroorzaking ontstaat, maar rechtstreeks van God of de Natuur afkomstig is. Dát is de basis voor onze eigenheid, van waaruit wij dingen uit onszelf laten ontstaan: b.v. in staat zijn "alle aandoeningen van het lichaam [..] met de idee van God in verband brengen," [5/14] een idee dat niet in die handeling door ons ontstaat, maar er al was en waarop wij onszelf betrekken. Dat is een volstrekt andere lezing, waar jij geen oog voor hebt - een lezing die Spinoza niet belachelijk maakt wat betreft zijn aanbevelingen van het oefenen van remedies, inzetten van een exemplar humanae naturae en slotwoorden over de moeilijk begaanbare weg!
En gezien al je verwijzingen naar Maxime Rovere, die je graag in jouw 'kamp' haalt, heb ik in het blog een link aangebracht naar de inhoudsopgave van diens boek: één en al Spinozistische METHODE waar een deelnemer van de SKL op wees - ook iets dat je negeert.
Ik probeer op mijn beurt de karikatuur die jij telkens weer maakt van mijn benadering (producent van je eigen hogere kennis) te negeren.
Stan Verdult 11-09-2013 @ 11:59
Volgens jou is Spinoza dus niet 'doornen door determinist'? Volgens jou is het dus niet Spinoza's opvatting dat de conatus (die we zijn) van buitenaf veroorzaakt is? Het gekeuvel over 'onze eigenheid (!) van waaruit wij (!) dingen uit onszelf laten ontstaan' is inderdaad zeer op zijn plaats voor iemand die wie de wereld van de verbeelding de enige horizon is.
Stan, je hebt Spinoza's radicaal mechanistische opvatting over het menselijk leven te weinig overwogen alsmede de daaraan gekoppelde quasi-automatische aard van onze kennisgang. Daarom is het zo moeilijk je zelf als verdienstelijke auteur en acteur te relativeren en je zelf, al is het alleen s'avonds als het lawaai van de dag verstomt, te beseffen als 100% 'werktuig an de Natuur' (KV). Onze wegen scheiden zich .... voorlopig. Je mag je weer het slotwoord toeëigenen.
Wim Klever 11-09-2013 @ 13:46
Ik realiseer me dat jij en ik dit alles volautomatisch hebben ingetypt. Het had niet anders kunnen gaan.
Stan Verdult 11-09-2013 @ 14:09
Heeren Klever en Verdult (alfabetische volgorde) Ik permitteer mij enig commentaar op uw quasi-strategische bewegingen. Niet alleen die van vandaag (formaat Tiendaagse Veldtocht) ook die van voorheen die mij het beleg van 's Hertogenbosch (zomer 1629) evoqueren. Ik heb gehoord/gelezen dat Descartes daar ook al rondhing. Gij vermaakt mij en ik leer van u (kennis van de tweede soort veronderstel ik) waarvoor dank. Ik moge u nederig verzoeken door te pakken en uw exercities te innoveren (zoals Prins Maurits in de zestiende eeuw reeds deed) en niet al te zeer te blijven hangen in uw zeventiende eeuwse wellust gepaard aan onbehagen. Ik hoop van ganser harte dat Gijlieden binnen afzienbare tijd ook de kennis van de derde soort (intuitio?) zult kunnen aanreiken. Of moet ik die mij geheel autonoom en/of automatisch verwerven? Vergeeft u mij mijn jeugdige stoutmoedigheid (geboren in 1946) u aan te spreken.Ook ik heb de ambitie nog voor mijn onafwendbare dood een historisch filosofisch deskundige te worden. Waartoe dat ook mag dienen. Uw belegeringswerken en uw slechts tactisch terugtrekken leiden vrees ik tot een loopgravenstrijd die per definitie offers eist en weinig winst zal opleveren. Waar gaat het om ?
Ik blijf er bij: De methode dat ben jij! Misschien een europese variatie op het Gij zijt DAT! uit het verre Oosten.
Herzlich! ArisZ
aris zeilstra 11-09-2013 @ 20:26